98% wordt hergebruikt
Wij maken staal van ruwe grondstoffen. IJzererts en kooks (nu nog wel) gaan bij elkaar in een superhete oven, en na een aantal bewerkingen rolt er misschien wel het beste staal ter wereld uit de fabriek. Tijdens dat hele proces ontstaat er – uiteraard – veel staal, maar ook andere producten. Sommigen zien dat als ‘afval’.
Maar, afval…? Niet helemaal. Van die reststroom hergebruiken we namelijk 98%, bijvoorbeeld in onze eigen processen, maar ook buiten ons terrein. Slechts 2% is echt niet meer te gebruiken en voeren we af, en zelfs daar kunnen gespecialiseerde afvalverwerkers soms nog waarde uit halen. Zoveel mogelijk hergebruiken en waarde halen uit andere stromen. Dat past helemaal bij het circulaire denken van nu.
Maar wat komt er dan uit het productieproces wat geen staal is? En wat doen we daarmee?

Bij het bakken van kolen ontstaat kooks en komen er gassen vrij die we kooksgas noemen. Net als aardgas kun je kooksgas gebruiken om te verwarmen. We gebruiken ons kooksgas in de Warmbandwalserij.
Bij de Hoogovens is iets vergelijkbaars aan de hand. Naast de productie van ruwijzer, waar we staal van maken, blijft er gas en slak over. Het hoogovengas gaat deels naar Vattenfall en wordt daar omgezet in elektriciteit. Een deel gebruiken we zelf. De hoogovenslak gaat naar ENCI. Zij maken er cement van.
In de Staalfabriek zetten we ruwijzer om in staal. Ook daar ontstaat slak, al heeft staalslak andere eigenschappen dan hoogovenslak. Staalslak wordt verwerkt door partnerbedrijven, en kan daarna worden gebruikt als bouwmateriaal. Daar zitten strenge regels aan, want de toepassing moet vanzelfsprekend zorgvuldig gebeuren.
Om een strakke staalrol te maken, snijden we de zijkanten er netjes vanaf zodat het staal overal even breed is. Die restjes staal verkopen we natuurlijk niet. Dus zien we dat ook als restproduct, namelijk schroot. We zetten het weer in, en smelten er (op)nieuw staal van.
Omdat we met ruwe grondstoffen werken, die als zandachtig materiaal binnenkomen, komt er onbedoeld ook stof vrij bij onze processen. We hebben rijdende stofzuigers die het stof van onze wegen opzuigen. Na een goede filter, om bijvoorbeeld het ijzererts van de kalk en koolstof te scheiden, zetten we dit weer in het productieproces. Dus de stalen deur in jouw huis, is misschien wel deels gemaakt van stof van de grond.

Resterende 2%
Bovenstaande stromen zien we dus allemaal niet als afval, sterker nog: ze hebben veel waarde. Maar wat gebeurt er dan met die 2% die wij of partners niet kunnen (her)gebruiken?
We kijken eerst naar welke stromen door externe afvalverwerkers alsnog gerecycled kunnen worden. Zij sorteren de stromen vaak nog verder uit. Dat doen ze op zo’n manier dat er – waar mogelijk – nog waarde uitgehaald kan worden. Van hout kan na bewerking bijvoorbeeld spaanplaat worden gemaakt. Of van plastic granulaat, waarna er weer nieuw plastic van kan worden gemaakt.
Wat niet gerecycled kan worden dat gaat naar verschillende verwerkers in binnen- en buitenland. Soms zijn er hele specialistische bedrijven in het buitenland die alsnog wat met de afvalstroom kan. Maar soms is er geen andere optie dan storten of verbranden onder strenge voorwaarden bij erkende afvalverwerkers.
Elk jaar rapporteren we hoeveel afval we genereren in ons elektronisch Milieujaarverslag (eMJV). Dat heet ‘total waste generated’. De hergebruikte stoffen vallen daar niet onder. Uiteraard is de hoeveelheid afval afhankelijk van hoeveel staal we produceren. In 2024 was het ‘total waste generated’ 205.171 ton. In 2023 was het 235.755 ton, omdat toen de staalproductie ook hoger was.
Waste management houdt overzicht
De afdeling Waste management heeft zicht op de afvalstromen die naar extern gaan. Er zijn wettelijke voorschriften voor opslag, vervoer en verwerking en er is een Europese afvalstoffenlijst waarin de Europese Commissie specifieke afvalstoffen met een code omschrijft: de euralcode.
Je ziet: Waste management is veelomvattend. De afdeling Waste management bestaat uit de bedrijfschef van het energiebedrijf, contractmanagers, procestechnologen (die bepalen de bestemming van het materiaal) en een bedrijfsbureau (zij doen de administratieve afhandeling). Daarnaast hebben we ook nog het onderdeel productie dat zich bezighoudt met alle stoffen die intern verwerkt worden en weer worden ingezet op het terrein.
