07
juli
2023
|
09:59
Europe/Amsterdam

De kracht van staal: “Blik eindigt niet in de oceaan, dat heeft altijd nog waarde”

Samenvatting

Gigantische afvalbergen en een zee vol plastic soep? Het is hoog tijd dat we verpakkingen slimmer ontwerpen én gaan recyclen, vindt onderzoeker Ulphard Thoden van Velzen. Hij pleit voor een frisse blik op papier, plastic en staal.

Elke Nederlander opent gemiddeld 7 verpakkingen per dag, aldus Milieu Centraal. Jaarlijks gebruiken we 1.200 kiloton papieren verpakkingen, 550 kiloton plasticverpakkingen, 350 kiloton glas en 200 kiloton metaal (blik). Volgens de Plastic Soup Foundation gooit een Europeaan gemiddeld 177 kilo verpakkingsmateriaal per jaar weg. En wereldwijd zijn die aantallen nog groter; ieder jaar belandt maar liefst 13 miljoen ton plastic in de oceanen. “En hoewel we allemaal weten dat we dat moeten verminderen, groeit de berg verpakkingsmateriaal nog altijd met zo’n 2% per jaar”, zegt Ulphard Thoden van Velzen, die onderzoekt hoe verpakkingen voedsel langer vers houden én hoe je ze beter kunt ontwerpen voor recycling.       

Plastic versus blik       
Voornaamste oorzaak van die groei: de opkomst van on-the-go voedsel, ziet hij. Zo kent hij verpakkingsproducenten die elk jaar 20% meer verpakkingsmateriaal maken voor bijvoorbeeld voorverpakte broodjes of sapflesjes. Een trend die volgens hem precies de verkeerde kant op gaat: de snelste weg naar minder verpakkingsafval is minder consumeren. Daarnaast moeten we kritischer kijken naar de gebruikte verpakkingsmaterialen. “De trend is dat verpakkingen en flesjes lichter worden. Dat scheelt in materiaal, gewicht en transportkosten. Maar dat is slechts een deel van het verhaal.”       

Plastic recyclen: wel de wens, niet de techniek       
Vanwege de praktische voordelen speelt plastic de hoofdrol in verpakkingen voor levensmiddelen: twee derde van alle plastic verpakkingen zijn levensmiddelenverpakkingen. Maar hoewel de olie-industrie anders beweert, is dat vaak lastig te recyclen. Thoden van Velzen: “Ze zeggen: geef je plastic troep aan ons terug en we maken er nieuw plastic van. Maar in de praktijk is de opbrengst meestal laag of is niet duidelijk of de recycling van het plastic iets bijdraagt aan een beter klimaat.”       

Sta-zak in zee       
Veelzeggend voorbeeld: de plastic sta-zak voor soep of bonen. “Zo’n verpakking weegt vaak maar 15 gram, tegen 200 gram voor een conservenblik van staal. Dat scheelt dus veel gewicht en kosten voor transport en logistiek. Daardoor staat zo’n sta-zak met 2-0 voor. Maar zo’n sta-zak blijkt heel moeilijk te recyclen. Hij bestaat namelijk uit dunne laagjes van verschillende soorten materialen. En eindigt daardoor in veel delen van de wereld toch op de vuilstort of in zee”, zegt Thoden van Velzen. “Blik daarentegen eindigt niet in de oceaan, want dat heeft altijd nog waarde.”       

Aandacht voor alternatieven       
Extra frustrerend: innovaties op verpakkingsvlak gaan tergend langzaam. Thoden van Velzen weet wel hoe dat komt. “De terugverdientijd van verpakkingslijnen is lang – vaak zo’n twintig jaar. Dan wil je die als bedrijf niet te snel moeten veranderen.” Omdat de recycling van kunststof verpakkingen daardoor maar lastig op gang komt, pleit Thoden van Velzen voor meer aandacht voor alternatieven zoals aluminium en staal. “Het recyclen van aluminium blikjes en conservenblikken van dun gewalst plaatstaal is in principe zeer goed te doen, tegen zeer hoge terugwinpercentages.” Onderzoeken uit de aluminiumindustrie – sterk verwant aan de staalindustrie – tonen aan dat frisdrank- en bierblikjes gemaakt van lichtmetaal qua milieubelasting vergelijkbaar goed scoren als petflessen, mits de retourpercentages stijgen. Vandaar de nieuwe statiegeldregels.”       

Blik in de plastic-inzamelzak       
Dat geldt voor aluminium blikjes. Voor stalen (conserven)blikken zijn de retourpercentages nog relatief laag. “Zo’n 60% wordt ingezameld met het PMD-afval: plastic, metalen en drankenkartons. Maar gelukkig belandt die andere 40% in het restafval en halen magneten de schoongebrande blikken uit de bodemassen die dan samen met ander schroot worden gebruikt voor de productie van diverse staalproducten, waaronder ook nieuwe conservenblikken. De verliespercentages van staal zijn verwaarloosbaar. Als je milieuschade door zwerfplastic meeneemt in je vergelijkende analyse met conservenblikken, dan wint blik met glans. Als je daarbovenop het staal lokaal blijft verwerken en voor het omsmelten daarvan waterstof gebruikt die verkregen is met windmolens, dan heb je bij de recycling van staal opeens veel minder CO2 uitgestoten. En valt het totale sommetje voor metalen veel gunstiger uit.”       

Statiegeld op conservenblikken?       
Pleit Thoden van Velzen daarmee voor statiegeld op stalen (conserven)blik? “Nee. Bij de frisdrankblikjes helpt het statiegeld de recyclingindustrie om ze apart binnen te krijgen. Dankzij die schone stromen kun je de mangaanrijke aluminiumlegering zuiver terugwinnen, bijna can-for-can. Bij conservenblikken ligt dat veel eenvoudiger. Staal van blikjes is vrijwel vergelijkbaar met staal uit veel andere toepassingen. Het blikje waar jouw doperwten in zaten, kan straks een auto worden, of een constructiebalk - of andersom.”       

Nieuwe kijk op recycling       
Tot slot denkt Thoden van Velzen dat we anders moeten gaan kijken naar recycling. “Veel marketeers en consumenten willen ‘perfecte cirkels’: ze vinden het een fijn idee als een blikje na recycling opnieuw net zo’n blikje wordt. De PET-fles – die ongeveer 10% uitmaakt van alle plastic verpakkingen – is de enige vorm van kunststof verpakkingsmateriaal die volledig bottle-to-bottle kan worden gerecycled. Maar daarmee leggen we de lat wel onpraktisch hoog. Bij papier kraait ook niemand ernaar dat het eerst een boom was, daarna een tijdschrift en uiteindelijk wc-papier. En waarom zou een shampoofles weer een shampoofles moeten worden, en geen tuinmeubel? Ik denk dat het beter is als we dat loslaten en dat we materiaal vooral functioneel recyclen. Zoals met staal: dat is gewoon staal, en kan na recycling weer van alles worden.”    

Innovaties 

De verpakkingsindustrie is een conservatief bolwerk, toch zijn er wel pogingen tot innovaties gedaan door de jaren heen. Zo werd in de jaren negentig het vierkante blik geïntroduceerd, dat beter stapelbaar en dus logistiek interessant was. De innovatie redde het echter niet. 

De verpakkingsindustrie werkt continu aan het verbeteren van de binnencoating van metalen verpakkingen. Die wordt steeds dunner en veiliger. Producenten willen immers niet dat die beschermlaag binnenin de kwaliteit van het voedsel aantast. 

Een andere trend is dat verpakkingsmateriaal dunner wordt en vaker uit gerecycled materiaal bestaat. Vooral bij aluminium drankblikjes is de closed loop nabij. Gezien de groeiende on-the-go-market wordt de hersluitbaarheid van verpakkingen belangrijk. Een blikje dat je onderweg opentrekt, wil je ook weer kunnen sluiten voor later gebruik.