11
januari
2024
|
08:00
Europe/Amsterdam

“Als je bij Hoogovens werkt, dan zit je gewoon goed”

Akkerbouwer in hart en nieren was hij, maar de mechanisatie dwong Menno Pettinga afscheid te nemen van de landbouw. Hij bezocht een informatieavond van Hoogovens, solliciteerde en ging werken bij Walserij-West. Vanuit Groningen kwam Menno terecht in de Randstad. In eerste instantie zonder gezin. Hoe hij dat ervaarde, en of opa Menno bij Hoogovens bleef, vertelt kleindochter Rianne Sluis. Zij nam het stokje van haar opa bij Tata Steel over. 

“Opa Menno woonde met zijn gezin in Ezinge, een klein dorpje in Groningen”, begint Rianne haar verhaal. “Mijn opa hield van het werk op het land, maar kon niet opboksen tegen de mechanisatie. Er kwam nog te weinig geld binnen om het gezin met acht kinderen te onderhouden. Dus nam hij zijn verantwoordelijkheid en ging aan de slag bij Hoogovens in Walserij-West. Het werk was prima maar hij had moeite met de ploegendiensten en hij miste het buitenleven. Hoogovens gaf daar gehoor aan en hij kreeg de functie van postbode. Dat was een uitkomst. Opa vond het prachtig dat hij, nieuwsgierig als hij was, gewoon de fabrieken in kon lopen. En natuurlijk genoot hij van de vrijheid van het buiten werken.” 

Verhuizen naar Heemskerk 

Omdat Riannes opa nog geen woning had, regelde Hoogovens huisvesting op hotelschip Arosa Sun. “De faciliteiten waren goed, maar natuurlijk miste opa zijn gezin. Wel kon hij in de weekenden op kosten van Hoogovens met de trein naar huis. Dat was een behoorlijke onderneming in die tijd, maar hij deed dat elke week.” Gelukkig kwam er na negen maanden een woning in Heemskerk vrij voor de familie Pettinga. “Opa was blij dat het gezin weer herenigd was en liet zijn kinderen graag zien dat hij trots was op zijn werk als postbode. Regelmatig liep hij in zijn werkkleding en schoenen door de woonkamer. Oma wende snel aan de nieuwe omgeving, want de woning lag in een hofje waardoor ze meteen veel aanspraak had. En dat mijn moeder van een eeneiige tweeling was, trok nog eens extra de aandacht. Nog steeds word ik in de buurt ‘de dochter van een van de tweeling’ genoemd.” 

In opa’s voetsporen 

“Over mijn moeder gesproken”, vervolgt Rianne. “Zij had er ook profijt van dat opa hier postbode was. Ze werkte als kraamverzorgster en moest daardoor ook weleens naar een huisje bij de sluizen. Als het zo uitkwam, sprong ze bij opa in de auto en dan reed hij haar via het terrein naar de overkant.” Het is een van de bekende anekdotes in de familie, weet Rianne. “Sowieso werd er altijd heel positief over het bedrijf gesproken. Als je bij Hoogovens werkte, dan zat je gewoon goed. Uitstekende arbeidsvoorwaarden en volop mogelijkheden. Dat heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden. Ik denk dat ik daardoor via wat omwegen toch bij Tata Steel terecht ben gekomen. Helaas leeft opa niet meer, maar hij had het vast heel leuk gevonden dat ik hier nu werk.” 

Genieten van het buitenleven 

Of opa Menno na zijn pensioen is terugverhuisd naar het hoge noorden? “Nee, opa en oma zijn altijd in de hoekwoning in Heemskerk blijven wonen”, zegt Rianne. “Ze zullen vast weleens heimwee hebben gehad naar Groningen, de tongval en het buitenleven. Maar hun leven en dat van hun kinderen en kleinkinderen was inmiddels hier. Wel bracht opa ook na zijn pensioen veel tijd buiten door. Dan deed hij de tuin, thuis of bij vrienden of kennissen. Een petje op, een schoffel in zijn handen. Dan was hij echt op z’n best.”

Honder jaar staal: verhalen

Honderd jaar in productie, een schat aan mooie verhalen 

Op 22 januari 2024 is het honderd jaar geleden dat de eerste Hoogoven werd aangestoken. Inmiddels zijn we een eeuw én heel veel bijzondere verhalen verder. Mensen die ook na hun pensioen bij Tata Steel betrokken zijn, verhuizingen vanuit heinde en verre om hier te kunnen werken, mannen én vrouwen die carrière maken en hele families die hun werk vonden en vinden bij respectievelijk Hoogovens, Corus en Tata Steel. 

De komende weken lichten we telkens een van die mooie verhalen uit.